[Figaro Pasquale Capone, 7Kb]

de echte herenhaarverzorger van haar en ziel

Toespraak Giorgio Mauro

7 februari 2013

Ik ben een vriend van Pasquale.
Ik geniet vaak van zijn gastvrijheid in zijn salon maar ik neem geen plaats op de ene of de andere van die twee ons welbekende stoelen. Ik zit meestal bij het raam en dan beginnen we te praten. Maakt niets uit als hij bezig is met zijn scharen. Trouwens hij heeft geen klanten. Alleen gasten en vrienden die veel dulden.

Het eerste onderwerp dat Pasquale en mijzelf dicht bij elkaar heeft gebracht, meer dan dertig jaar geleden, is onze status van buitenlanders in Nederland. En gedurende meer dan dertig jaren hebben wij dit onderwerp van alle kanten bekeken.
Toen we hier arriveerden, waren we allebei volwassenen. In zo een geval blijf je met het moederland verbonden, je kunt geen afstand nemen van je wortels. Dat maakt het niet makkelijk om volmaakte harmonie te bereiken in je omgeving. Je bouwt twee identiteiten op. Je bent de man die gevormd is door de ervaringen en tradities in je moederland. Tegelijkertijd ben je ook de man die hier in Nederland nieuwe ervaringen opdoet en een bestaan probeert op te bouwen in de nieuwe omgeving. Maar je kunt je eerste identiteit niet zomaar als een jas uittrekken. Je draagt hem altijd bij je en moet er ook rekening mee houden. Onvermijdelijk en soms een niet gemakkelijk proces van samensmelten van de twee identiteiten.

Hij is hier groot geworden. Niemand zal dit ontkennen. Bekend, gezocht, gevraagd, genoemd. Maar Pasquale zegt vaak tegen mij dat het belangrijkste dat hij hier bereikt heeft, het stichten van zijn gezin is geweest. Zijn vrouw en zijn kinderen. Hij vertelt dat hij alle drie (telkens weer) probeert te overtuigen dat veel van wat hij doet en veel van wat hij zegt, in zijn salon, daarbuiten en thuis, bedoeld is om de familiebanden te versterken.
Al die krantenknipsels, de website, de ridderorde, zijn middelen om vooral aan hen, zijn gezin, te bewijzen hoe hoog daar buiten de waardering is voor wat hij heeft bereikt.

Hij is niet makkelijk. Hij is eigenwijs, dominant. Hard. Soms hebben we ruzie. Ik zeg tegen hem: je bent een filosoof die niet in de juiste wereld is beland. Je moet begrip hebben voor de anderen, ruimte geven aan hun gedachten en meer respect hebben voor hun daden. En hij antwoordt altijd: ik ben zoals het moet. Ik ervaar wat ik doe in de zaak, daarbuiten en thuis, als een missie, een missie opgedragen door het leven. Net als wat ik gedaan heb met mijn eigen kinderen met de hulp van de lessen dat ik als kind van mijn familie meekreeg en volgens mijn intuïtie, moet ik de jonge mensen die hier binnen komen hard aanpakken. Vaders en moeders laten het tegenwoordig aan de officiële instanties over om van hun kinderen goede burgers te maken. Een sterk mens - zegt mijn vriend -wordt gemaakt door zijn eigen familie en niet door het gemeentehuis.

Ik denk dat hij tevreden mag zijn. Hij heeft twee prachtige en succesvolle kinderen, een serie kleinkinderen en zijn bijdrage aan de verbetering van onze maatschappij staat vast al een rots. Ik ben oud geworden, zegt hij nu, maar ik moet vechten om het voortleven van de ambachten te bewerkstelligen en daarmee ook de jeugdwerkloosheid aan te pakken. En ik moet onze maatschappij verbeteren tot een eenheid voor iedereen. We zijn broeders en zusters, zegt hij altijd. Mijn streven is geen utopie, maar een doel dat samen kan worden bereikt.


navigatie