de echte herenhaarverzorger van haar en ziel Frenk wordt geknipt en geschorenUit: het Parool, woensdag 22 juni 2005De uitnodiging viel weken geleden in de bus. Figaro Pasquale is een consciëntieus man, die de dingen niet graag aan het toeval overlaat en als geen ander weet hoe hij zijn PR moet verzorgen. Zoals elk jaar was ook nu weer de boodschap dat 21 juni de Europese Dag van het Ambacht wordt gevierd en of we deswege maar naar de Begijnensteeg wilden komen. Een fijn plan. In de magistraal stralende zon wandelde ik over de van toeristen vergeven Dam en door de Kalverstraat. Hier waren inderdaad weinig ambachten te bekennen, of het moest de orgeldraaier zijn die in zekere zin ook handwerk verricht. Daar was de steeg al, tussen de niet erg ambachtelijke Foot Locker en The Phone House in. Wel weer goedgekeurd was café De Engelse Reet, want daar schenken ze nog een ambachtelijk getapt biertje. En terwijl ik mezelf, gewapend met kladblok en pen, ook een ouderwetse gildenbroeder waande, stond ik opeens voor de salon van de beroemdste barbier van Amsterdam. Niets veranderd, alles nog exact zoals de laatste keer dat ik hier was. Het raam hing nog steeds vol pamfletten waarop de charmante herenhaarverzorger met grote letters zijn visie op de wereld verwoordde. "Een maatschappij zonder idealen is een maatschappij in verval". De parasol op de hoek was behangen met teksten over de waarde van het ambacht. "De ambachten zijn cultuur, welvaart en welzijn". "De ambachten zijn de qualiteit van het leven". "De ambachten zijn de toekomst van de jongeren". Tegenover de kapperszaak, aan de voet van de wandschildering van Fabrice, was een handjevol mensen verwikkeld in een stevig debat over de bijbel. "Ons lichaam wordt bezield," riep een magere man met een hond, "zo staat het in de schrift." Een ouder iemand antwoordde: "Hoe meer je weet, des te minder je begrijpt." Het gesprek werd onderbroken door Pasquale zelf, die alle gasten een glas witte wijn inschonk en erop stond dat we ook een zoutje van de schaal namen. Hij begroette me hartelijk, alsof we op het punt stonden goede vrienden te worden. Wist ik wel dat al deze mensen behalve pasqualisten ook authentieke ambachtslieden waren? De barbier, gekleed in een bordeauxrode kappersjas en een blauwe broek, wees ze een voor een aan. "Dit is een horlogemaker. Deze meneer een goudsmid. Zij is model geweest op de kunstacademie. En deze heer is goochelaar, een leerling van Fred Kaps. Allemaal onafhankelijke, creatieve en integere geesten. Wist u dat Michelangelo zelfs de paus tegensprak? Echte ambachtslieden laten zich door niemand iets wijsmaken." Ruim 44 jaar geleden kwam de 71-jarige haarkunstenaar, die als Pasquale Capone werd geboren in Solianello, Calabrië, naar Nederland, maar nog steeds spreekt hij met een heerlijk ouderwets Italiaans accent. Ook is hij nog even gastvrij als in de dagen dat hij nog jong en opstandig was. En terwijl en gitarist de zomer verwelkomde met een vrolijk lied, noodde de figaro me naar binnen. Ik stapte over de drempel en stond opeens in een klein museum vol schilderijen, tekeningen, cartoons, gedichten, krantenknipsels, oorkondes en een buste van de barbier, ooit gemaakt door de begin dit jaar overleden beeldhouwer en monumentenbeschermer Geurt Brinkgreve. De wanden hingen vol met foto's van ambachtslieden, maar dat bleek een tijdelijke tentoonstelling van Antoinette Temmink te zijn. Pasquale pakte een fles en bespoot me met Bergamot, "tegen die warmte". Pasquale haalde schaar en kam tevoorschijn en begon vingervlug te knippen, maar hij onderbrak zichzelf voortdurend om zijn anekdotes met weidse gebaren kracht bij te zetten. Meer dan vijf klanten per dag neemt hij niet onderhanden, vertelde hij, want voor elke gast trekt hij minimaal een uur uit. "Wie bij Pasquale komt, krijgt ook een behandeling van de ziel." Toch zou hij zo langzamerhand wel eens willen stoppen, maar zolang er geen opvolger is gevonden, gaat hij door. "Iemand die bereid is 150 euro per week bij wijze van pensioen op mijn rekening te storten, mag de zaak overnemen. Zo niet, even goede vrienden. Ik doe dit werk louter voor mijn plezier." Na een laatste glaasje wijn stapte ik maar weer eens op. Als dank voor mijn bezoek kreeg ik een bosje oregano uit zijn geboortedorp mee, alsmede een pot onvervalste Hollandse drop. "Voor de kinderen." Buiten scheen nog steeds de zon. De zomer was begonnen. Frenk der Nederlanden
|