'Een barbier in haren en ziel' staat er op zijn visitekaartje. Figaro Pasquale, wie kent hem niet? Al zestig jaar lang neemt de bevlogen Pasquale kam en schaar ter hand en legt hij zijn trouwe klanten ("pasqualisten") in de watten. Reden om hem op te zoeken in zijn kleine, bijzondere salon.
Op een fantastische locatie, hartje Amsterdam, vind je in een kleine steeg een ruimte waar de tijd heeft stilgestaan. Een ruimte
vol foto's, artikelen uit allerlei bladen en kranten, boeken, snuisterijen en wijsheden van de Nederlandse barbier in combinatie met een expositie (dit keer van fotografe Dixie Solleveld). Het is al sinds 1965 dé werkplek van Figaro Pasquale. Een trouwe
klantenkring weet hem te vinden om het haar te laten verzorgen. "Ik ben een barbier. Ik knip geen haren, maar ik verzorg het haar van mijn klanten. Daar neem ik ruim de tijd voor, per klant ongeveer één tot anderhalf uur. Iemand die goed verzorgd is, voelt zich prettiger en gelukkiger." Pasquale verzorgt overigens niet alleen het haar van de klant. Hij voorziet iedereen van thee, wijn, koekjes, hapjes en een goed gesprek. "Ik ben als een broer voor de klanten. Ze nemen me in vertrouwen en ik bescherm hun privacy."
Plezier
Een paar jaar geleden was hij ernstig ziek en gaven artsen hem nog maar een paar maanden te leven. Toch staat hij tegenwoordig gewoon weer in zijn salon en vierde hij eind oktober dat hij zestig jaar in het vak zit. "Nog steeds met veel plezier, anders zou ik hier natuurlijk niet staan", vertelt hij. "Ik hou van mijn werk en had echt een probleem toen ik in het ziekenhuis lag en niets meer kon. Nadat ik ziek ben geweest, heb ik gemiddeld nog vier klanten per dag." Het mooiste van zijn vak vindt Pasquale dat je als barbier nooit alleen bent. "Je bent nooit eenzaam. In deze tijd heeft niemand meer echt tijd voor elkaar, maar in dit vak is dat anders. Mijn salon is een soort ontmoetingsplaats."
Zorgen
Pasquale maakt zich grote zorgen over de toekomst van het vak. ."Dit beroep moet je je leven lang uitoefenen en niet een jaar of drie. Toch gebeurt dat tegenwoordig steeds vaker, omdat het een zwaar vak is en kappers ondergewaardeerd en onderbetaald worden. Ook groeit het aantal ambulante kappers gestaag en ik zie in de stad salons waar je haren voor vijftien euro worden
geknipt. Het laten verzolen van je schoenen is duurder. Op deze manier daalt het niveau van het ambacht. En dan kun je ook nog eens alles kopen, tot tondeuses aan toe, om zelf het haar van familieleden te knippen." Volgens Pasquale ligt de
sleutel tot het oplossen van deze problematiek bij de docenten. "Het niveau moet omhoog. Docenten op de vakschool moeten daarom zelf een jaar op stage. Dan kunnen ze hun kennis en vaardigheden veel beter overbrengen. Iedereen klaagt over de jongeren, maar het begint juist bij de volwassenen."
Opvolger
Verder zouden volgens hem de opleiding tot dames- en herenkapper gescheiden moeten worden. Nu dreigen de echte herensalons
te verdwijnen. "Toen ik begon waren er 6500 herenkappers, nu nog ongeveer 350". Het blijkt ook een lastige opgave om een opvolger te vinden. "Ik wil deze salon graag overdragen aan de gemeente, maar het moet wel een barbierszaak blijven." Hij laat een artikel uit huis-aan-huiskrant 'de Echo' lezen waarin hij zijn wens omschrijft: "Een echte
barbier is in het leven belangrijker dan een pastoor of commissaris van de politic Mijn wens is een vakman die de stad warmte kan geven." Als erfenis aan de stad heeft hij geregeld dat een nieuwe barbier twee jaar lang geen huur, verzekeringen of
telefoonrekening hoeft te betalen. Een mooi gebaar, dus hopelijk lukt het hem om dit te realiseren. Ondanks zijn zorgen, heeft het ambacht (en dan met name het kappersvak) volgens Pasquale toch de toekomst. "Want een maatschappij zonder ambachten is een maatschappij zonder ziel."