Figaro Pasquale vecht al veertig jaar voor het ambacht
Hij noemt zichzelf "de laatste echte barbier van Nederland". Pasquale Capone, beter bekend als Figaro Pasquale, vierde op 3 september het 40-jarige jubileum van zijn Amsterdamse herensalon. Nog altijd heeft de 71-jarige Italiaan geen opvolgen gevonden. Het ambacht sterft uit.
Uit: Ondernemen!, nummer 8 - 2005, door Mike Schellart
Toeristen, familie, vrienden en klanten. Dagelijks is het een komen en gaan van mensen bij Figaro Pasquale. Zijn herenkapsalon is ook een sociaal trefpunt. Praatje, kopje koffie, glaasje wijn, Pasquale Capone (71) neemt voor iedereen de tijd. "Ik behandel maximaal zes mensen per dag", zegt hij met onvervalst Italiaans accent. "Haren zijn de antennes van de ziel." Dat vergt de nodige aandacht
Zijn klanten krijgen die volop. Een bezoekje aan de herenhaarverzorger is een ware belevenis. Al veertig jaar lang. Op 3 september vierde Capone het jubileum van zijn zaak in de knusse Begijnensteeg in Amsterdam. Met veel genodigden, wijn, brood, kaas en een foto-expositie in zijn zaak. Eenvoudig maar doeltreffend. Als geen ander weet Capone hoe hij zijn pr moet verzorgen.
Zijn 'praktijk', zoals Capone het zelf noemt, is vernoemd naar de barbier Figaro uit Beaumarchais' opera Le Barbier de Seville. De zaak ademt een en al nostalgie uit. Met oude kappersattributen, vele snuisterijen, een borstbeeld van hemzelf, foto's en honderden krantenknipsels doet ze denken aan een museumpje. "Op deze zestien vierkante meter ligt een enorme historie", vertelt de figaro. Zo liet Hans van Mierlo in 1966 zijn Kennedy-coupe door Capone aanmeten.
Capone noemt zichzelf "de laatste echte barbier van Nederland". En géén kapper. "Dat ruikt te veel naar dameskapper, de eenheidsworst." Hij is geboren in Solianello in het Zuid-Italiaanse Calabrië. Op zijn veertiende verkaste hij naar Rome om van meester Armido het vak te leren; vooral zedelijkheid en bekwaamheid, de twee eigenschappen die een vakkundig barbier moet bezitten. In 1961 werd hij verliefd op een Hollandse, trok naar Amsterdam en opende vier jaar later zijn zaak.
Het liefst zou hij nu met pensioen gaan. "Als iemand mij vijf jaar lang 50 euro per dag geeft, is de zaak daarna van hem. In die periode zal ik hem helpen ook." Maar een geschikte 'kroonprins' kan hij niet vinden. Dus gaat Capone door, ondanks zijn mindere gezondheid. Want zijn ambacht en praktijk moeten hoe dan ook behouden blijven.
Pasquale Capone:...kappersbranche is industrie geworden...
Braderieniveau
Meest bekend is Capone om zijn decennia lange strijd tegen de destructie van het ambacht. Zo viert hij elk jaar in juni de Dag van het Ambacht om zijn boodschap te verkondigen. De figaro vreest dat de barbier, net als de goudsmid, schoenmaker en meubelmaker, uit het straatbeeld verdwijnt. "Het ambacht zit op het niveau van een braderie."
Hoofdschuldige is de politiek, meent de figaro. Door de hoge belastingen en regeldruk is de kappersbranche een industrie geworden. "De concurrentie is moordend. Een knipbeurt duurt hooguit veertien minuten. Anders halen de kappers hun omzet niet. En zodra jonge kappers 21 jaar zijn, worden ze ontslagen. Dan zijn ze te duur."
De kappersschool moet het bij hem ontgelden. "De nadruk ligt te veel op de theorie. De praktijk is de beste leerschool voor het vakmanschap. Op school leren ze niet eens meer hoe ze een schaar moeten vasthouden. Zelfs de docenten weten dat niet."
Om het ambacht te beschermen en over te dragen aan de jongere generatie, zou hij het liefst zien dat zijn praktijk wordt geadopteerd door bedrijven en brancheorganisaties. "Een museum is doods, een ambacht leeft. Dat moet worden bewaakt", aldus de figaro. "Want een maatschappij zonder ambachten is een maatschappij zonder ziel."