[Figaro Pasquale Capone, 7Kb]

de echte herenhaarverzorger van haar en ziel

De passie van Figaro Pasquale

Uit: De smaak van Italie, 2006

"Eten is poëzie, een ontmoeting. Mijn maag is als de motor van een Ferrari en die heeft de beste olie nodig."

[32Kb]

Pasquale Capone wordt 72 jaar geleden geboren in Sorianello, in Calabrië. Vader is metselaar, broer kleermaker en voor de jonge Pasquale zou het priesterschap goed zijn.

Het seminarie weet hem een jaar te boeien, maar dan barst de bom. Het kruis valt te zwaar, Pasquale wil beroemd worden en belandt in een kapperszaak. Op zijn veertiende verhuist hij naar Rome, waar hij jarenlang op de Piazza Conna acteurs onder het mes krijgt. Beroemd worden lukt niet - "Hier zijn alle kappers goed" - en Pasquale vertrekt richting het noorden. Eerst München en in april 1961, als hij twee maanden verlof heeft, Amsterdam. Een Nederlandse vriendin houdt hem hier en Pasquale wordt verliefd op "de mooiste stad buiten Italië". Hij krijgt twee kinderen.

Na vijf jaar werken in een salon op de Singel, krijgt hij de kans met collega Henk Laduc een eigen zaak te beginnen in de Begijnensteeg. Veertig jaar na dato is Henk allang verdwenen en is de oorspronkelijke kapsalon steeds meer huiskamer geworden. Deden ze veertig jaar geleden dertig klanten op een dag, tegenwoordig zijn het er maximaal vijf. "Gasten zijn het, broeders, ik heb geen klanten."

Het hartje van Amsterdam is waar hij werkt, iets buiten de hoofdstad wordt gewoond. Het is ook de rustige oude dag die hem daar brengt, want de gezondheid laat de Italiaan af en toe even in de steek. In december lag hij nog twee weken onder de wol, terwijl hij in Rome wilde zijn en een paar jaar geleden werd Pasquale afgeschreven door doktoren. Hij kreeg een tweede kans. "Ik ben herboren."

De deur zwaait open en de laatste 'broeder' van deze dag valt de eer te beurt. Een meneer uit Oudekerk aan de Amstel, die hier al zeker 25 jaar komt. In die kwart eeuw is hij driekwart van zijn haardos verloren, maar Pasquale blijft hij trouw. "Al zou ik straks kaal zijn, ik blijf komen, haha." Meneer duikt voorover in de wasbak, in tegenstelling tot de moderne kapsalon waar de klant achterover wordt gewassen. "Ik was altijd voorover, anders blijft de nek vuil."

Ook voor deze gast is er brood, thee (met een paar druppers grappa) en aandacht. Aandacht in twee richtingen, want Pasquale citeert graag grote meesters; "Geef weg wat je zelf verlangt". Dat is nog eens een andere stelling van Pythagoras. Gelijk als spreekwoorden in Delfts Blauw op een Hollandse keukentegel, vind ik de mooiste spreuken aan spiegels en wanden. Neem bijvoorbeeld 'Een maatschappij zonder idealen is een maatschappij in verval'. Of deze: 'Haren zijn de antennes van de ziel'. Tussen het wassen en masseren van mijn naaste 'broeder' spreekt de barbier ze ook uit.

"Eten is poëzie, een ontmoeting. Mijn maag is als de motor van een Ferrari en die heeft de beste olie nodig." Hij refereert aan de olijfolietest die een paar maanden geleden in De Smaak van Italië stond. "Nederlanders hebben het vaak over goeie wijn hier en goeie wijn daar, maar de olijfolie mag meestal niet te duur zijn. Nederlanders hebben veel te weinig aandacht voor olie. Dat vind ik jammer."

Beelden van Calabrië komen boven. De ogen van Pasquale glinsteren als hij vertelt over Sorianello. "Ik ben er na 50 jaar weer eens terug geweest. Prachtig. Als in een droom." Hij verhaalt over zijn grote leermeester, Armido. "Wat zijn de twee belangrijkste eigenschappen voor een barbier? Zedelijkheid en bekwaamheid. Dat is mooi, hè? Mijn gasten geven mij hun vertrouwen. Ik mag ze het mes op de keel zetten. Het is belangrijk dat je daar goed mee omgaat." Ter verbeelding houdt hij triomfantelijk zijn mes, schaar en kam in de lucht. Niet het gereedschap van de moderne kapper, maar uiterst functioneel voor deze Italiaanse barbier.

[67Kb]

Wanneer ik na spijs en drank weer in de benen kom, beland ik met zachte hand van de gastheer in een andere stoel met twee plakboeken op mijn schoot. "Lees maar." Al bladerend tref ik vele krantenartikelen uit Nederland én Italië aan, zoals een artikel uit La Gazzetta dello Sport: "Storia di Pasquale che ha tagliato i capelli e curato l'anima ai campioni della grande Olanda.". En een interview met Pasquale in het Algemeen Handelsblad, 17 september 1965: "Kinderen knippen is mijn specialiteit, ik hang de clown voor ze uit en weg zijn de tranen. Vrouwen? Vrouwen kap ik 's avonds thuis als ontspanning." In veel artikelen en interviews duiken bij herhaling de beroemdste gasten van Pasquale op; Hans van Mierlo, Johan Cruijff, Louis van Dijk, Martin Simek, Piet Römer. En over De Cock gesproken, ik blader maar probeer ondertussen ook een gepast alibi te vinden en mijn vluchtroute te bepalen.

Zo laat al? Ik spring op uit de stoel en dank de barbier voor de bijzondere middag. Voor de warme gastvrijheid. Voor de kennismaking. De eer is wederzijds en om dat kracht bij te zetten, krijg ik een paar takjes oregano en een doosje chocolade mee. "Dat bracht een vriend laatst voor mij mee. Het is mijn Italië. En mijn Italië is ook van jou. Wacht." Ik krijg wat poeder op mijn hand, poeder voor na het scheren. "Babypoeder uit Calabrië. Dit kreeg ik vroeger van mijn moeder op mijn billen. Dan kwamen de buurmeisjes wel eens aan de deur om te vragen of ze aan mijn billetjes mochten ruiken. Echt hoor! Als je dat opschrijft, krijg je het potje van me cadeau, haha."

Tot gauw barbier, a presto Pasquale.


navigatie