[Figaro Pasquale Capone, 7Kb]

de echte herenhaarverzorger van haar en ziel

de geknipte sportman

Uit: Brabants Dagblad

Als je in het zuiden van Europa, Spanje, Frankrijk of Griekenland, in nood verkeert, de kluts kwijt bent of zelfs gewond raakt, zoek dan de plaatselijke barbier op. Hij is van oudsher tot meer dan knippen en scheren in staat. Sinds het scheermes twee eeuwen voor onze jaartelling door de Romeinse veldheer Scipio vanuit Afrika naar Rome werd meegenomen, gaat het barbiergeslacht virtuoos met dit vlijmscherpe apparaatje om. Dat maakte de barbiers al snel tot chirurgijnen, de aderlating was hun specialiteit. U weet zich vast nog de botsing tussen de barbiers van de Franse zonnekoning en de nieuwe medici te herinneren. In Nederland is de barbier een zo goed als uitgestorven ras. Toch heb ik er nog een symbool van gevonden.

In Amsterdam, vlak bij het Begijnhof, bestiert Figaro Pasquale al dertig jaar zijn unieke kapperspraktijk. Noem het vooral geen zaak, en zijn cliënten geen klanten. Want de in Calabria geboren Pasquale knipt af om toe te voegen, en behalve het uiterlijk, verzorgt hij ook je ziel.

Voordat je je door iemand het mes op de keel laat zetten moet je eerst je vertrouwen aan hem schenken. Om uit een authentieke ron te putten wilde ik het met hem over sport hebben. Want barbiers waren er al, voordat er kranten verschenen. Zij waren dan ook de eerste politieke, culturele en sportverslaggevers. De traditiegetrouwe Pasquale is het nog steeds.

"Als we het over sport willen hebben, lieve Martin, dan dienen we ons eerst af te vragen waar de sportiviteit is gebleven," zei de filosoof. "Sport is niet bedoeld om je tegenstander te doden, voetbal is geen oorlog. Kun je je de boksmatch Clay tegen Lubbers nog voor de geest halen? Cassius liet Rudi meeboksen. Hij dacht eerst aan dansen en spelen, pas dan aan winnen."

Pasquale begeleidde zijn woorden met de muziek van zijn honderdtien jaar oude schaar. Ondertussen draaide hij als een pugilist om me heen, en tikte af en toe met de schaar tegen de kam (beslist geen plastic) om het ritme aan te geven. Ik gaf toe hoezeer ik zijn losse pols bewonderde en leverde me totaal aan hem over.

"Laatst, toen ik een partijtje jeu de boules speelde, vroeg mijn tegenstander of ik ook een chirurg was. Dat meende hij aan mijn beweeglijke pols te kunnen zien. Vermakelijk, vond ik dat, maar de barbiershand won het van de doktershand. Nee, geen 13-0. Ik liet hem op tien komen. Maar liefst speel ik tegen ambtenaren. Die eisen altijd absolute stilte voor iedere worp. "Ssst", sissen ze ge‹rriteerd. Dat is hun recht natuurlijk. Maar als ik gooi, dan fluit ik altijd. Dat is vaak hun ondergang.

Met een chagrijnig smoelwerk feliciteren ze me en mopperen: "Dat gefluit van jou!" Ze beseffen niet eens dat ik het voor hen doe. Om hun hokjesgeest in beweging te krijgen. Voor hen is petanque winnen, voor mij is het broederschap, het samen zijn. Praten over de dagelijkse sores, met een fruitig wijntje erbij."
Pasquale vervolgde: "Jeu de boules is leuk om te doen, maar Johan Cruijff knippen, dat was pas sport! Hij kwam hier tussen zijn zeventiende en eenentwintigste. Geen moment zat hij stil. Dan moet je als kapper meegaan met de bewegingen. Later zijn we uit elkaar gegaan. Hij wilde zich niet meer schikken naar de regels van het huis. Hij had haast, eiste voorrang, en arriveerde in verkeerd gezelschap. Toen ik hem voor het laatst de hand schudde waarschuwde ik hem: "Kijk uit Johan, je bent meer dan een voetbal-ler. Je bent een symbool. Je moet het niet alleen van je voeten hebben, maar ook van je hart en je hersens."

Jammer, het is niet aan een ieder gegeven Pasqualist te worden. We leven in een onsportieve wereld, mode wint het van de kwaliteit, massaliteit van de individualiteit. De problemen zijn begonnen sinds men qualiteit met een k ging schrijven. Vandaar dat ik in mijn salon Pasqualiteit blijf nastreven. Dat is pas kwaliteit.


navigatie